Het Willibrordus-orgel wordt opgebouwd in de St. Bavo-basiliek te Haarlem 


"Willibrordus-orgel voor Haarlem is een aanwinst" vermelde De tijd : dagblad voor Nederland 22-03-1971. Het "nieuwe" orgel dat staat opgesteld op het westkoor is afkomstig uit de voormalige St. Willibrorduskerk-buiten-de-Veste aan de Ceintuurbaan te Amsterdam. Het heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. En weer haalde het Willibrordus-orgel de krantenkoppen in de kranten: "Een orgel richt zich op", " Een orgel herrijst!", “Opbouw begonnen van Willibrordus-orgel”, "Herboren Willibrord" ... 

 

Terugblik op de gebeurtenis rondom Willibrordusorgel 

Verslaggever Th. van Bergen van Algemeen Dagblad schreef een samenvatting. Ook spraak hij Leo Dijns van de Stichting tot behoud van het Willibrordusorgel die hij in de Mauvestraat bezocht.

Terwijl vogels tussen de bassen tripten en hippies hun tenten opsloegen in den dode opgeschreven Amsterdamse Sint Willibrorduskerk buiten de Veste, vochten drie mannen voor het behoud van Joseph Adema's meesterwerk.”

AMSTERDAM-HAARLEM - Het drama is afgewenteld. In hoofdvak door een handvol mannen gedreven particulieren - die één van Nederlands prachtigste kerkorgels niet zomaar condensaten sterven. Het stond in de ook al ten dode opgeschreven Sint Willibrorduskerk buiten de Veste, de grootste van Amsterdam.

Op het laatste nippertje is het voor Nederland uniek orgel gered. Vogels vlogen toen vet verlaten kerkgebouw vrij in en uit. Hippies volgens hun voorbeeld gretig op. Kou en vocht waren hun aanval op het meesterwerk van orgelbouwer Joseph Adema al begonnen. Het drama krijgt nu in de kathedrale basiliek van Haarlem een blij einde. Deze maand is de eerste van de zesduizend pijpen behoedzaam op zijn nieuwe plaats gezet.

Voorjaar 1971 zal het dan tegelijk  gemoderniseerde Willibrordusorgel zijn klankenrijkdom weer laten horen. Een belangrijk stuk orgelcultuur zal daarna in Haarlem - orgelstad bij uitstek - worden voortgezet.

Tegen die tijd zal de "ingreep” 130.000 gulden hebben gekost. Een luttel bedrag in deze tijd, vergeleken bij de miljoenen waarmee wordt gestrooid. Maar er ontbreken nog dertigduizend gulden. En de fiscus kijkt al begerig naar het schenkingsrecht. Dat zou aan de beloning zijn voor de liefde van velen voor een niet te verlangen stuk vreugde en schoonheid."

Van Bergen: "In een huiskamer ergens in Amsterdam laat het majesteuse orgel via grote boxen zijn ontroerend mooie stemmen horen. Het zullen waarschijnlijk historische opnamen gaan worden. Want: in de winter van 1967/68 er in een steenkoude Willibrorduskerk vele nachten lang op geploeterd.

Thijs Kramer, de vaste organist, achter de speeltafel, met ijsmuts op en dik ingepakt. In de geïmproviseerde controlekamer de veertijgjarige L. Dijns, nu algemeen adjunct van de Stichting tot behoud van het orgel, maar in de nachten in de eerste plaats hobbyist en dus de man aan de knoppen. Naast hem de 38-jarige C. M.van Homeijer, secretaris van de stichting. Die nachten zullen zij nooit vergeten. Overdag was opnemen onmogelijk vanwege het verkeer. En dus holden zij ettelijke keren per nacht naar de pastorie, om bij het fornuis weer wat op verhaal te komen en de verkleumde vingers weer soepel te krijgen.

Vanwaar die opnamen? Omdat de drie mannen - met vele anderen - met hart en ziel aan het orgel verknocht ware. En omdat zij er toen van uitgingen dat het orgel ten dode was opgeschreven.

Daarom is van die opnamen ook een grammofoonplaat gemaakt. Meer om zelf te hebben als herinnering, dan in de verwachting dat de plaat ooit in de handel zou komen, als één van de middelen om aan geld te komen tot redding van het instrument.

Volkomen onverwacht was al in 1966 de schaduw gevallen over de bijna een eeuw oude Willibrorduskerk, schepping van architect Pierre Cuypers (en daarmee over het orgel). Bouwvallig, tengevolge van een constructiefout, luidde de beslissing: slopen!

Het was een slag die hard aankwam; voor duizenden parochianen, die er tientallen jaren hadden „gekerkt”, voor de bewonderaars en verknochte bezoekers van de beroemd geworden concerten. Nog leeft de herinnering voort aan de indrukwekkende César Frank-cyclus door de jonge, merkwaardig begaafde Thijs Kramer.

De twee bevriend geraakte bestuursleden kennen de geschiedenis van het orgel en het gevecht om het behoud vrijwel uit het hoofd.

Nieuwe wereld: „Wij waren er door gegrepen”, bekent de heer Van Homeijer. „Mijn vader had me van jongs af aan meegenomen naar concerten op Amsterdamse kerkorgel. Pas veel later - toen ook in katholieke kerken concerten mochten worden gegeven - hoorde ik het Willibrordusorgel. Er ging een nieuwe wereld voor mee open. Rond 1920 waren ter gelegenheid van het gouden jubileum van de kerk plannen gesmeed voor een groot orgel. De nu 84-jarige koordirigent Theo van der Bijl was de initiatiefnemer. Het moest een Frans getint orgel worden, liefst van het type dat beroemd was gemaakt door de Franse orgelbouwer Aristidé Cavaillé-Coll. Joseph Adema was al onderhevig aan diens invloeden en had zich diens principes eigen gemaakt.

Openingsconcert: Zo geschiedde, al werd niettemin een echt Adema-orgel. Op 7 november 1923 gaf Jan Nieland zijn openingsconcert, onder andere met zijn beroemd geworden Marche Triomphale. Het orgel was intussen nog lang niet voltooid. Later is hete van 35 tot 64 registers uitgebreid en afgebouwd. Dat gebeurde door Hubert Schreurs, neef en opvolger van de in 1943 overleden Adema. Daarmee was het een van de zeldzame orgels in Nederland geworden, waarop de grote klassieke orgelwerken goed kunnen worden uitgevoerd. De twee verteller willen niet beweren dat dit nu het alleenzaligmakende kerkorgel is, maar zij roemen wel om het hardst de dispositie, omvang, klankschoonheid en mogelijkheden. Zij weten zich daarbij in het goede gezelschap van beroemde Europese organisten die er in de loop der jaren op hebben gespeeld.

Bezetting: „Uitschieters zijn bijvoorbeeld de imposante bezetting van het pedaal, de zeldzaam mooie tongwerken en een koor van violen zoals in Europa bijna niet is te vinden.” Ten bewijze trakteren zij elkaar en schrijver dezes op nog gedeelte van een concert. Terug naar het drama. Al gauw na de sluiting van de kerk werd het duidelijk dat de kosten voor restauratie van het gebouw niet waren op te brengen. Evenmin waren kerk en orgel oud genoeg om monument te kunnen zijn. Daar kwamen de eerste moeilijkheden al. De Nederladse Middenstands bank kocht het gebouw; met de bedoeling op de vrij gekomen grond een nieuw hoofdkantoor te laten verrijzen. Vandaar de voorwaarde: de kerk moet leeg worden overgedragen.

Verkocht: Waar blijf je met een instrument dat honderd vierkante meter oppervlakte in beslag neemt? Niemand die het antwoord wist. Er kwam een bod van een opkoper, natuurlijk alleen vanwege tin, lood en andere begeerlijk materialen. Afgewezen. Precies in de periode dat de drie mannen ideeën uitwerkten om anderen ook voor het instrument te interesseren, werd het orgel dan toch nog verkocht: aan de Friese orgelbouwer W. Eppinga uit Britswerd. Hij was de enige man die de moed had er geld in te steken. Voor vijftienduizend gulden kon hij zich eigenaar noemen, van iets dat vele malen meer had gekost, dat wel, maar met de verplichting erbij, het instrument elders op te bouwen. Geen kijk op het zou de man toen een ton hebben gekost. Er verschenen advertenties waarin hij zijn nieuwe bezit te koop aanbood, desnoods in gedeelten. Eppinga was net met afbreken begonnen, toen er een comité tot stand kwam. We schreven december 1968. Vervolgens dook een jongeman op die kans zag de Fries ervan te overtuigen dat hij zijn aankoop toch maar beter aan het comité van de hand kon doen. Een van de negen comitéleden stelde het bedrag voorlopig beschikbaar.

Bijgesprongen: Pas toen kon en moest er gewerkt worden. Om te beginnen: Voor 3 maart 1969 moest het immens grote orgel de kerk uit zijn. Voor dat doel werd Hubert Schreurs (van Adema) in de arm genomen. Het comité - inmiddels de Stichting Sint Willibrordusorgel - is nog steeds de Nederlands Middenstands Bank dankbaar, dat die toen financieel is bijgesprongen. Nog een klein wonder in die dagen: belangstellende particulieren maakten het mogelijk dat de onvoorstelbaar vele onderdelen konden worden opgeslagen. Dat gebeurde in de Haarlemmermeer en in Amstelveen in drie boerderijen en garages, met voldoende ruimte om er ook orgelpijpen van tien meter lengte in op te bergen. 

Ruimte zoeken: Maar toen. Het comité wilde het orgel het liefst voor Amsterdam behouden. Op stap dus en maar pleiten, bij kerkbesturen, in het Tropenmuseum, bij mensen van de "geplande” concerthal in de Bijlmer. De mannen gingen zelfs op zoek naar geschikte ruimte en mogelijkheden in het Centraal Station. Het draaide allemaal op teleurstellingen uit. Totdat bleek dat de vicaris-generaal van het bisdom Haarlem belangstelling had voor de plebaan van de kathedrale basiliek Sint Bavo in Haarlem.

Overeenkomst: De toezegging van het bisdom werd de basis voor de pogingen het ontbrekende geld bij elkaar te krijgen. Op 13 mei van het vorige jaar was het zover, dat de overeenkomst tot stand kwam. Sindsdien zijn de leden van het stichtingsbestuur in hun vrije tijd onverdreten bezig geweest met het bouwwerken van overheid, particulieren, instellingen en organisaties. Iedere week is er vergaderd. Administratie en correspondentie gingen mee naar huis. Toch wist niemand van het met zekerheid of het ooit wel allemaal in orde zou komen. Maar hoop deed leven. In november zijn de onderdelen van het orgel, vele vrachtauto’s vol, naar de Sint Bavo gebracht. De enorme speeltafel moest er voor de takels.

Contract: Optimisme en werkdrift zijn deze zomer ten slotte beloond met een officieel contract. En nu gaat het snel. Maandag 17 augustus: begin van de herbouw, op het Westkoor van de kathedraal, maandag 7 september: de eerste van de zesduizend pijpen krijgt zijn nieuwe plaats. Als tegenslagen uitblijven, zal het instrument voorjaar 1971 klaar zijn, gemoderniseerd en voorzien van een elektrisch in plaats van het pneumatisch systeem. Hoewel het orgel - veertien meter breed oorspronkelijk en acht meter diep - in de Sint bavo een iets gewijzigde opstelling zal krijgen, zal er aan het instrument als zodanig niets veranderen. Als het verhaal tot zover is verteld, willen de heren Van Homeijer en Dijns nog één ding kwijt: „Is het eigenlijk niet krankzinnig en een schande, dat zo’n prachtig orgel alleen behouden kan worden dankzij een stelletje particulieren?”


De orgelredders: Drie mannen uit de voorste gelederen bij het gevecht om het behoud van het Sint Willibrordusorgel. In het midden de tot dusver vaste bespeler van het orgel Thijs Kramer. Op de foto rechts van hem de secretaris van de Stichting die het gevecht won, de heer C.M. van Homeijer, en links de algemeen adjunct de heer L. Dijns. Dankzij zijn hobby zijn er prachtige opnamen van het orgel gemaakt. [Bron: Algemeen Dagblad 19-09-1970 / Stichting Sint Willibrordusorgel" tot behoud van het grote ADEMA-orgel / Stadsarchief Rotterdam / Toegang 1493 Noord-Hollands Archief]


Het Willibrordusorgel wordt opgebouwd

Het orgel werd opnieuw gebouwd in het Basiliek Sint Bavo. Maandag 7 september werd de eerste pijp geplaatst. De eervolle opdracht daarvoor werd gegeven aan Hubert Schreurs die het orgel met zijn zoon Antoine opbouwde. De pneumatische traktuur is daarbij vervangen door een electrische en de speeltafel is geheel vernieuwd.

In 1923 trad Hubert Schreurs als leerling van zestien jaar bij zijn grootvader Petrus Joseph Adema in dienst. In 1943 naam Schreurs het Adema-kerkorgelbouwbedrijf (1854) dat in de handen van zijn oom Joseph Adema was over. Adema-Schreurs-orgelbedrijf heeft veel Adema-orgels in kerkgebouwen geplaatst en ook veel oude instrumenten gerestaureerd of uitgebreid.

Bron: De Waarheid 10-03-1971


Inwijding van het orgel 

Leden van de Stichting Sint Willibrordusorgel" tot behoud van het van het grote ADEMA - orgel uit de voormalige Sint Willibrorduskerk e.m. te Amsterdam werden 'officiële' uitgenodigd voor de inwijding van het orgel: Leo Husen (Voorzitter), Chr. H. van Homeijer (Secretaris), L.Dijns, S de Jong, W. A. J. M. Eskes, B. v. Oostrum, P. Visser, Th. Zwartkruis, Hubert Schreurs, Clemens van de Berg, P. J. de Bruin, Theo van de Bijl, A. de Klerk, J. Mul, J. J. van der Harst, H. Andriessen. Ze moesten hun aanwezigheid bij het openingsconcert wel doorgeven met het aantal gereserveerde plaatsen:

"Gaarne maak ik gebruik van uw uitnodiging tot het bijwonen van het Openingsconcert van het Sint Willibrordusorgel op 21 maart a.s. U gelieve voor mij te reserveren 1 - 2 plaatsen."

Ook Thijs Kramer werd uitgenodigd om het openingsconcert bij te wonen. Hij wilde geen plaats laten reserveren want hij had al één gereserveerde plaats ... "op de orgelbank"!

[Bron: "Stichting Sint Willibrordusorgel" tot behoud van het grote ADEMA-orgel / Toegang 1493 Noord-Hollands Archief]



Op zondagmiddag 21 maart 1971 werd het orgel plechtig ingewijd door mgr. Zwartkruis, de bisschop van Haarlem. Het vijftig jaar oude Adema-orgel werd door de Stichting die voor het behoud van het instrument, aan het kerkbestuur overgedragen. Daarna speelde Thijs Kramer die bijna tien jaar lang in zijn functie van vaste organist van de St. Willibrorduskerk het orgel heeft bespeeld, een inspelingsconcert gaf. Kramer speelde werken van Gigout, Messaien, Dandrieu, Franck, Reger, De Klerk en Widor o.a. 


[Bron: Trouw 22-03-1971]


[Bron: De Tijd : dagblad voor Nederland 22-03-1971]

© Lillian Lubega
Foto : © Koos Schippers

Van Hartingsveldt spreekt Bartelink, die ingenomen is met het instrument. "Volgens hem klinkt het nog mooier dan voorheen. Het is echter nog niet geheel gereed. Ook nu heeft het 64 stemmen. Het 4e manuaal is gereserveerd voor een nog aan te brengen op het Pegen Rugpositief met 11 stemmen en op het Pedaal rest nog een Contra-Fagot 32.

Al met al is het nu een instrument dat onder de monumentale orgels een bijzondere plaats inneemt. Het is in ons land één van de zeer weinige orgels waarop de romantische orgelliteratuur goed verantwoord kan worden uitgevoerd."
[Bron : Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad 24-06-1975]

HAARLEM, 3 okt - Het voltooide St. Willibrordusorgel is zondag .....



Mijn grote dank en waardering gaat uit naar de volgende mensen en organisaties voor hun medewerking:

  • Manuela Valenti Clari, Auteursrecht Persgroep / [Copyright@ad-Copyright@persgroep ]
  • Marjon Hardonk - Copyright / Volkskrant
  • Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid, Hilversum
  • Tom Kellerhuis, Hoofdredacteur HP / De Tijd
  • Martijn Roessingh, Copyright / Trouw
  • Fokke Holwerda, Documentatie / Nederlands Dagblad
  • John Klopstra, Redactionele ondersteuning D v/h N / NDC Mediagroep
  • Koos Schippers, fotograaf
  • Documentatie / Redactie Het Parool
  • Noord-Hollands Archief
  • Stadsarchief Rotterdam
  • Bert Windt, Secretaris Stichting Willibrordusorgel / Ton van Eck, Adviseur Stichting Willibrordusorgel
  • NRC Handelsblad & Algemeen Handelsblad / NRC Media