Wybe Kooijmans

PROGRAMMA

“Etude Psalm 146” - Rutger van Mazijk (1934-2024)  |  “Thema met variaties” - Margreeth de Jong (*1961) |  “Thema met variaties” - Margreeth de Jong (*1961)  | “Divertimento” (1933)​​​​​ - P.W. Whitlock​​(1903-1946)   | “Intermezzo” opus 129 nr. 7 (1913)​​​ - M. Reger​​​ (1873 - 1916)  |  “Pastorale” - ​​​​​​​J. Jongen (​​​1873-1953)  | “Toccata II” (1970)​​​​​ - M. Monnikendam​​(1896-1977)  |  “Agnus Dei” (1922/1966)​​​​ - Fr. Martin​​​ (1890-1974)  |  Uit Symfonischer Choral “Jesu, meine Freude” opus 87 nr. 2 (1913) - Sigfrid Karg-Elert (1877-1933)

“Een waardige finale van de 2025 Steinmeyer-orgelserie”
Wybe Kooijmans sloot gisteren de orgelconcertserie af met werken van onder anderen Rutger van Mazijks 'Étude over Psalm 146', Max Regers 'Divertimento', Marius Monnikendams 'Toccata' en Frank Martins 'Agnus Dei'.
Met dit programma liet hij de veelzijdigheid van dit Steinmeyer-orgel horen: van het subtiele hobo-soloregister in Joseph Jongens ‘Pastorale’ tot de volle klankrijkdom die dit Duitse orgel zo uniek maakt, zoals in Karg-Elerts ‘Jesu, meine Freude’. Een bijzonder en fraai moment was de uitvoering van ‘Thema met variaties’ (2025) van Margaretha Christina de Jong. Zij bracht dit werk zelf in première op 19 augustus in de Nieuwe Kerk in Middelburg en was gisteravond in de kerk aanwezig. Ook de dochter van componist Monnikendam was onder de aanwezigen.
Het concert werd met grote waardering ontvangen en vormde een waardige afsluiting van de serie. Dank Wybe en Jan Flikweert, registrant!!



TOELICHTING

Wybe Kooijmans: “Dit programma biedt een boeiende reis door het orgelrepertoire van de 20e en 21e eeuw, met werken die variëren van intieme poëzie tot virtuoze pracht.
We horen zelden gespeelde parels, zoals de Étude over Psalm 146 van Rutger van Mazijk (1934-2024), een virtuoos speelstuk in een idioom dat enigszins aan Chopin verwant is; het is opgedragen aan organist/dirigent Piet van Egmond.
Thema met variaties
(2025) van Margreeth de Jong (*1961), een dankbaar uitgangspunt voor vijf variaties, rijk aan sfeer en spanningsopbouw.
Percy Whitlock
(1903-1946) toont zijn verfijning in het sierlijke Divertimento, terwijl Max Reger (1873-1916) zich van zijn introspectieve kant laat zien in het korte maar expressieve Intermezzo.

De Pastorale van Joseph Jongen (1873-1953) brengt een zangrijke hobo-lijn en Franse klankpracht, gevolgd door de krachtige Toccata van Marius Monnikendam (1896-1977) waarin het barokke toccata-idee modern herleeft.
Een bijzonder geestelijk moment komt met het Agnus Dei van Frank Martin (1890-1974), oorspronkelijk uit zijn Mis voor dubbelkoor, hier in aangrijpende orgelbewerking.
Het slotakkoord is voor Sigfrid Karg-Elert (1877-1933), wiens symfonische koraal Jesu, meine Freude uitmondt in een monumentale fuga waarin alle registers van het orgel tot klinken komen.
Van harte welkom!!”